Aansprakelijkheid en voetbal
Monique Snijder
di 18 februari 2020

Aansprakelijkheid en voetbal

Over het algemeen wordt een blessure tijdens een wedstrijdje voetbal, veroorzaakt door een tegenstander, in het vuur van het spel, voor lief genomen. Deelnemers aan een sport als voetbal hebben tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen waartoe het spel uitlokt over en weer van elkaar te verwachten, ook als vergelijkbare gedragingen buiten het kader van de sport niet aanvaardbaar zijn. Maar hoe zit het als de blessure leidt tot ernstig letsel?

In het aansprakelijkheidsrecht neemt sport (en spel) een bijzonder plaats in.  Hoewel de civielrechtelijke aansprakelijkheid ook beheerst wordt door artikel 6:162 BW, geldt in een sportsituatie een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel.  

In een recente uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 14 januari 2020 (ECLI:NL:GHARL:2020:319) was het Hof van oordeel dat er geen sprake was van aansprakelijkheid, ondanks het gegeven dat de benadeelde partij tijdens een voetbalwedstrijd door een sliding een zware blessure opliep, die uiteindelijk heeft geleid tot het verlies van het linker onderbeen. Het hof oordeelde dat de blessure was veroorzaakt door een overtreding en dat van onrechtmatige daad geen sprake was.

Onder overtreding kan bijvoorbeeld worden verstaan een reglementaire sliding. De Spelregels veldvoetbal, uitgave juli 2011 van de KNVB maken, wat betreft de ernst van de overtreding, onderscheid tussen drie soorten overtredingen. Te weten onvoorzichtig (geen sanctie), onbesuisd (een waarschuwing- gele kaart) en met buitensporige inzet (rode kaart). Volgens de Aanvullende instructies spelregels veldvoetbal van juli 2015 moet een reglementaire sliding  aan een aantal voorwaarden voldoen:

 “Het woord “sliding” komt van het Engelse “to slide”, wat glijden betekent. Het enige wat dus geoorloofd is, is glijdend met een of beide benen over de grond, de bal voor de voeten van de tegenstander weg te spelen. Daarbij moet dan de bal gespeeld/geraakt worden. Indien dit laatste niet gebeurt zal de scheidsrechter deze tackle moeten bestraffen met een directe vrije schop. Bij het maken van een sliding tackle loopt de speler altijd bewust het risico dat hij de bal niet speelt of raakt en dus te laat komt en daardoor zijn tegenstander bewust ten val brengt. Bedenk ook dat voor een “sliding tackle” ruimte nodig is, namelijk ruimte om een glijdende beweging over de grond te kunnen uitvoeren. Als de “sliding tackle” van te dichtbij wordt ingezet, valt de aangevallen speler vrijwel zeker over het (uitgestoken) been van zijn tegenstander.” 1

In bovengenoemde zaak oordeelde het Hof aldus dat sprake was van een reglementaire sliding.

Eerder oordeelde de Hoge Raad reeds (arrest van 28 juni 1991 (ECLI:NL:HR:1991:ZC0300, NJ 1992, 622) dat de vraag of de deelnemer aan een sport als voetbal onrechtmatig heeft gehandeld door een gedraging waardoor aan een andere deelnemer letsel is toegebracht minder snel bevestigend moet worden beantwoord dan wanneer die gedraging niet in het kader van de sportbeoefening zou hebben plaatsgevonden. Verder overwoog de Hoge Raad dat het enkele overtreden van de spelregels, waaronder regels ter bevordering van de veiligheid van de speler, niet onrechtmatig is, maar dat overtreding van een spelregel wel een factor is die meeweegt bij de beoordeling van de rechtmatigheid. In latere arresten heeft de Hoge Raad deze lijn bevestigd. 2  

In haar arrest van 20 februari 2004 (ECLI:NL:HR:2004:AO1239, NJ 2004/238) overwoog de Hoge Raad in dit verband ook dat deelnemers aan het spel in redelijkheid tot op zekere hoogte gevaarlijke, slecht gecoördineerde, verkeerd getimede, onvoldoende doordachte handelingen of andere gedragingen waartoe het spel uitlokt van elkaar hebben te verwachten.

Is er dan nooit sprake van aansprakelijkheid? 

In de zaak van de geruchtmakende overtreding van Bouaouzan op Kokmeijer is Bouaouzan strafrechtelijk veroordeeld voor zware mishandeling (vgl. Hoge Raad 22 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB7087). In 2004 maakte de keiharde tackle van Bouaouzan een einde aan de prof voetbalcarrière van Niels Kokmeijer. Bouaouzan zette geen ‘normale’ sliding in, maar kwam met grote kracht en snelheid en met zijn been ongeveer een halve meter boven de grond, met gestrekt been in op het been van Kokmeijer. In die situatie kon derhalve niet meer worden gesproken van een rechtmatige sliding. Om die reden werd toen onrechtmatigheid van de gedraging wel aangenomen. 

Ook het uitdelen van een kopstoot tijdens een voetbalwedstrijd levert volgens de rechtbank Rotterdam aansprakelijkheid op, als op dat moment de bal niet meer in het spel is. Ook hier werd de overtreder strafrechtelijk veroordeeld voor mishandeling. (RBROT 20 december 2019)  

Conclusie:
Een overtreding  van de spelregels, zeker wanneer die regels gericht zijn op de veiligheid van de medespelers, is een factor die meeweegt bij de beoordeling van de rechtmatigheid van een actie bij een sportwedstrijd. Maar het enkel overtreden van de spelregels maakt die actie nog niet onrechtmatig. 

Ook het feit dat de speler door de actie ernstig letsel heeft opgelopen, maakt de actie niet per definitie onrechtmatig.

Om met succes je tegenstander aansprakelijk te kunnen stellen voor een opgelopen blessure, dient de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel te worden genomen. Daarvan is in elk geval sprake indien  de gedraging door de strafrechter wordt aangemerkt als mishandeling. 

In voorkomend geval dienen de feiten dus onderzocht te worden om te kunnen beoordelen of de overtreding leidt tot aansprakelijkheid. Munneke Lourens Advocaten heeft ruime ervaring om u daarbij te adviseren. 

1) Spelregels veldvoetbal, uitgave juli 2011 KNVB en Aanvullende instructies spelregels veldvoetbal juli 2015 KNVB
2)  GHARL 14 januari 2020 overweging 4.17

aansprakelijkheid, letsel, letselschade, voetbal, sport, sport en spel, blessure, onrechtmatige daad, Munneke Lourens Advocaten