Overlijdensschade is de schade die een nabestaande lijdt omdat de overleden persoon nu niet meer in staat is hem/haar te onderhouden of te verzorgen. De nabestaande kan dan recht hebben op een financiële compensatie. Degene die verantwoordelijk is voor het overlijden (of zijn/haar verzekeraar) moet deze overlijdensschade vergoeden.
In de wet is vastgelegd welke nabestaanden recht hebben op een vergoeding en welke schade voor vergoeding in aanmerking kan komen.
Op grond van de wet hebben de volgende nabestaanden recht op overlijdensschade:
- De wettige echtgenoot/echtgenote of geregistreerd partner,
- De minderjarige kinderen,
- Andere familieleden, als de overledene ten tijde van het overlijden geheel of gedeeltelijk in hun
levensonderhoud voorzag,
- Andere gezinsleden of huisgenoten, als de overledene ten tijde van het overlijden geheel of
gedeeltelijk in hun levensonderhoud voorzag óf bijdroeg in de gemeenschappelijke huishouding, en
dat zou blijven doen als hij of zij niet zou zijn overleden.
Om recht te kunnen hebben op overlijdensschade moet er dus een familierechtelijke band bestaan tussen de nabestaande en de overledene, of moeten zij in gezinsverband hebben samengewoond. Daarnaast moet er sprake zijn geweest van een zekere (financiële) afhankelijkheid.